Je verhaal de baas
In deze gratis cursus krijg je het gereedschap in handen dat onontbeerlijk is voor elke schrijver op weg naar dat ultieme einddoel: een verhaal schrijven dat iedereen wil lezen.
Je schrijft. Je vertrouwt je ideeën toe aan het papier. Maar je bent onzeker of je het wel goed doet, of je verhaal wel spannend genoeg is, of je personages boeiend zijn. Misschien ben je wel bang dat het verhaal te veel met je aan de loop gaat, of dat je het overzicht kwijtraakt.
Dan is deze cursus voor jou!
Wat ga ik leren?
Tien tips die iedereen kan toepassen
Voorbeelden uit het dagelijkse leven
Uitleg en oefeningen om je gereedschap te leren gebruiken
Een basishouding die iedere schrijver nodig heeft
Vereisten
Een computer, tablet of mobiele telefoon met een internetverbinding
Lesoverzicht
Je verhaal de baas | |||
Les 1: Observeer | GRATIS | 00:20:00 | |
Schrijven begint met observeren. Sta even stil bij de dingen die om je heen gebeuren, zet je oordelend vermogen uit. | |||
Les 2: Je personage bij de supermarkt | 00:30:00 | ||
Een van de belangrijkste ingrediënten van een verhaal zijn de personages, en dan met name natuurlijk je hoofdpersoon. Komt die niet goed uit de verf, dan kan je plot nog zo goed in elkaar zitten of je verhaal nog zo spannend zijn, het zal toch nooit echt wat worden. | |||
Les 3: Maak het je personage zo moeilijk mogelijk | 00:30:00 | ||
Een onmisbaar element voor een verhaal is het conflict. Zonder conflict heb je geen verhaal. Oftewel: maak het je personage lekker moeilijk. | |||
Les 4: Het kaartenhuis van je verhaal | 00:30:00 | ||
Alles in een verhaal is met elkaar verbonden. Dat is nu de plot. | |||
Les 5: Als dit maar goed afloopt! | 00:40:00 | ||
Ieder verhaal heeft spanning nodig. Spanning die maakt dat je lezer geboeid blijft, dat hij dóór wil lezen, wil weten hoe de hoofdpersoon dit probleem gaat oplossen, hoe het verhaal eindigt. | |||
Les 6: Hapklare brokken | 00:30:00 | ||
Hoe deel je een verhaal in in hoofdstukken? Hoe weet je waar een hoofdstuk is afgelopen en je dus een nieuwe moet beginnen? | |||
Les 7: Maak van een olifant een mug | 00:40:00 | ||
Kleine dingen zijn vaak het meest veelzeggend. Hoe eenvoudiger, hoe beter. Op tv zie je zelden een eindeloos groot vluchtelingenkamp met duizenden hongerende mensen. Nee, je ziet één schamel tentje en een kind met dunne armpjes en grote ogen. | |||
Les 8: Één keer is genoeg | 00:30:00 | ||
Vaak denken schrijvers dat ze niet duidelijk genoeg kunnen zijn. In de ene scène na de andere laten ze hetzelfde zien. Bijvoorbeeld dat hun hoofdpersoon niet op kan schieten met haar moeder. De ene keer laten ze het zien met een moeizaam verlopend telefoongesprek, de andere keer lopen de ergernissen hoog op. | |||
Les 9: Pas op voor de dialoog | 00:45:00 | ||
In een dialoog kun je bovendien ontzettend veel vertellen over je personages, zonder dit daadwerkelijk uit te hoeven leggen. Karaktertrekken als jaloezie of ongeduldigheid kun je prima tonen door middel van dialogen. Maar zet het niet zomaar in om informatie te dumpen. | |||
Les 10: Weg met die zooi | 00:40:00 | ||
Vooral beginnende schrijvers denken dat alles belangrijk is. Wat voor kleding de hoofdpersoon draagt, hoe zijn huis eruitziet, hoe hij koffie bestelt, dat de buurvrouw zegt dat het mooi weer is. Want dan krijg je een goed beeld van de omgeving, dan leert de lezer de hoofdpersoon goed kennen. |
Docent
Femke Dekker
Femke Dekker heeft inmiddels al twintig boeken op haar naam staan, van boekjes om mee te leren lezen in groep 3 en 4, tot spannende avonturen voor lezers vanaf 10 jaar, en magische YA romans. In 2017 verschenen het vierde en vijfde deel van de reeks Verhalen uit de Heksenkeet, die Femke samen met illustratrice Marieke Nelissen maakt. Datzelfde jaar verscheen ook De Legende van de Vuurvogel, een magisch fantasy avontuur.
Cursusbeoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen gevonden voor deze cursus.